Wat we van het verkeer in Vietnam kunnen leren: zelf regelen

door Irma van den Heuvel op 29.01.2016  | Trefwoorden

Het is heerlijk warm, ik fiets met mijn rugzak op de Duong Nghi Tam in Hanoi, de hoofdstad van Vietnam. Links rijden auto’s, bussen en taxi’s, vijf rijen dik. Rechts, voor en achter mij zie ik riksja’s, scooters en fietsen bepakt met fruit, bloemen en andere handelswaar. Veel getoeter. Ik nader een kruispunt en moet naar links. Hoe ga ik dat doen? Afstappen en met de fiets aan de hand naar de overkant? Dat lijkt veiliger. Maar ik zie nergens een stoplicht of zebrapad. Ik peddel dan toch Bob, mijn gids, maar gewoon achterna.

We bewegen ons rustig van rechts naar links dwars door het verkeer. We staan in een paar tellen heelhuids aan de andere kant. Niemand toetert, schreeuwt, remt of steekt een middelvinger op. Ik ben verbaasd. Dat maak ik in Amsterdam wel anders mee! Bob lacht. ‘Zo doe je dat hier. De verkeersstroom moet gewoon door. Als je oogcontact maakt en soepel mee beweegt, geven andere verkeersdeelnemers je de ruimte. Ze buigen achter je langs en rijden verder. Maar ga niet plotseling stil staan of rennen, dan is de flow er uit en kan het mis gaan”. Maar dat getoeter dan? Dat is een waarschuwing, meer niet, zegt Bob.

Wijze lessen die ik later ook goed kon gebruiken in Saigon, Phnom Penh en Bangkok. Steden in Zuid Oost Azië met een veel grotere verkeershectiek dan in Amsterdam, maar met een totaal ander rijgedrag. Komt dit door het boeddhisme dat geduld en verdraagzaamheid aanmoedigt? Of is het de inrichting van de straat die tot een socialer gedrag leidt? Ik denk beiden. En vergeet ook niet: gedrag roept ook gedrag op.

Ik heb in Vietnam en omliggende landen nu ervaren dat als regels ontbreken, je zelf verantwoordelijk bent en er samen met anderen uit moet zien te komen. En dat kan! Sterker nog, dat is daar normaal. En geduld en verdraagzaamheid helpen daar zeker een handje in mee. We kunnen hier veel van leren. In ons land willen we risico’s vermijden, dingen voor zijn en (voor anderen) regelen. Maar wat zou er gebeuren als we sommige dingen gewoon regelloos laten?

Ik weet dat dit in het verkeer in Nederland al op kleine schaal gebeurt. Zo zijn al jaren terug in Haren en Drachten ruimtes ingericht zonder regels van overheid of politie. ‘Shared spaces’ heet dit concept. Verkeersdeelnemers moeten hier samen hun onderlinge verkeer regelen. Door het ontbreken van regels is er meer onzekerheid, maar meer communicatie en meer veiligheid omdat iedereen voorzichtiger rijdt.

Ook in de sport zijn er experimenten met meer zelf regelen. De KNVB is voor twee klassen Jeugd in Limburg een competitie gestart zonder scheidsrechter. De voetballertjes nemen nu onderling de beslissingen. De ouders staan op minstens twintig meter afstand van het veld en krijgen nadrukkelijk de boodschap zich niet met die beslissingen te bemoeien. De bond hoopt dat de kinderen hiermee hun vrije voetbalspel weer terugkrijgen.

In het sociaal domein en wonen krijgt zelf regelen gelukkig ook steeds meer voet aan de grond. Denk aan de Eigen Kracht Conferentie. Daarin stelt niet de professional maar de zorgvrager zelf met zijn netwerk een plan op om zijn problemen op te lossen. Zo blijft de regie waar die thuis hoort: bij de burger. En er zijn meer voorbeelden: kluswoningen, buurthuizen en maatschappelijke opvang in zelfbeheer, coöperaties voor zorg en wonen etc..

Zelf regelen moet in feite bij alles het vertrekpunt zijn. Mensen hebben vaak samen voldoende regel- en veerkracht om oplossingen te bedenken. Durf de regels los te laten, en kijk dan wat gebeurt. Het kan, heb ik gezien, ook als de omgeving complex is, zoals het verkeer in Vietnam en de buurlanden.

Wil je reageren op deze blog of een keer sparren over zelf regelen? Welkom! Vul op mijn website het contactformulier in en zet bij het onderwerp ZELF REGELEN. http://irmavdheuvel.nl/contact/